Wandelen? Dan eerst naar de bakker… Cryptisch, maar je wandeling in Odoorn (Drenthe) begint goed bij Bakker Joost aan de Hoofdstraat 6. Het bord buiten nodigt al uit. Als je de website en webshop bekijkt, word je verrast. Niet alleen door het brood en banket, ook door de wandelingen en fietstochten! Vooral in combinatie met een ontbijt of een lunch. Of als een ‘knapzak’-wandeling. Een geweldig pakket naar keuze aan eten en drinken. Wel je eigen rugtas en thermosfles meenemen. Ook de wandeling met een High Tea (wisselend per seizoen) is bijzonder.

Pelgrimspad Odoorn
We kozen voor het 9,5 km lange (6,5 kan ook) ‘Pelgrimspad’. Naast de uitstekend en uitgebreid beschreven wandeling hebben de beide initiatiefnemers – verbonden aan de kerkelijke gemeenschap van Odoorn – gedichten en mijmeringen opgenomen om bij stil te staan. Daarmee is het tevens een bezinningspad. Je leest het, je neemt het in je op. Soms blijft een gedicht hangen. Ook voor niet-gelovigen zoals wij.
‘Vleugels’
Vleugels hebben
Betekent niet
Dat je een pak van veren
Om je heen draagt
Het betekent
Dat je durft te zijn wie je bent
- gedicht van Naomi Ramaker
De kerk als middelpunt
De wandeling is prachtig en vooral afwisselend. In het routeboekje lees je veel interessante weetjes over de historie in en om Odoorn. Al wandelend pak ik er een paar uit.
Het Kerkplein, bij de kerk met de slanke witte kerktoren, is ons startpunt. Op het plein een oud transformatorhuisje en het beeld ‘Otie en kleinkind’, verwijzend naar de belangrijke rol van oma of opoe in de opvoeding van kleinkinderen. Vader en moeder hadden het te druk op het land.


Twee feitjes over de kerk. Allereerst de naamgeving. Niet zozeer de vernoeming naar de heilige Margaretha, maar meer de Drentse naamgeving ‘Pis-Griet’. Tsja, verder staat daarover geen uitleg… Ten tweede een curieus verhaal over krabsporen in de kerk. Vroeger gingen mensen met maagpijn naar de kerk en met een scherp voorwerp krasten ze steengruis uit de granietblokken. Dit werd geslikt als medicijn. Volgens de overlevering een probaat middel…
Ouderen en traditie
We lopen door en passeren het Ds. Van Lunzenhuis (Rijksmonument), onderdeel van Zorgcentrum De Paasbergen. Vroeger een armhoes of warkhoes, nu een rusthuis met appartementen voor bejaarden. De predikanten Lieftinck (rond 1860) en Van Lunzen (jaren 60 vorige eeuw) hadden beiden veel oog voor alleenstaanden en ouderen. Een beeld van Van Lunzen staat bij de pastorie, waar we aan het einde langslopen.
‘De Paasbergen’ leent zijn naam aan de heuvel in het ‘paasland’. Op Paasmaandag werd hier door de Oringers (de naam voor de inwoners) het paasvuur ontstoken en vermaakte men zich met het traditionele eieren gooien en eiertikken. Dat laatste doen wij ook nog steeds met Pasen.


By the way, speel je weleens Scrabble? Ik heb een mooi woord voor je: boerengeriefhoutbosjes. Geriefhout wordt nog steeds gebruikt in en om de boerderijen voor stalpalen, afrasteringen en brandhout.
Ver terug in de tijd
De wandeling voert ons langs het Valthermeer. Nou ja, het is geen meer meer. Alleen als het heel erg hard heeft geregend, hebben de boeren nog wel wat wateroverlast. Het is ontstaan, zeg maar ingesleten, in de ijstijd waarvan de laatste 21.000 jaar geleden was.


Over geschiedenis gesproken. We passeren een hunebed, logisch in deze omgeving. Het ligt er al sinds medio 19e eeuw. Het nummer D34 zegt genoeg over het aantal. Ook de vele grafheuvels in deze streek zijn uit ver vervlogen tijden: de Steen- of Bronstijd. We passeren er een aantal.
We worden het bos ingestuurd, letterlijk weliswaar: het Hunzebos in het Hondsruggebied. Een gebied met natuurlijk veel bos, maar ook schitterende heide met verschillende dalen en ruggen. Daar komt ook de naam ‘Hondsrug’ vandaan, ontstaan in de IJstijd door opstuwend ijs.


Lopend langs akkers, bebouwd met uiteenlopende gewassen, over soms erg hobbelige keienpaden en modderige graspaden, komen we weer in de bewoonde wereld. Het monument voor de gevallenen in WOII staat prominent op de hoek van het Boshof. Een monument met twee vleugels van een arend. In de vorm van de ‘V’ van Victorie, Vrijheid, Vrede. Was het nu maar zo…
What’s in the name
Het verhaal van het Boshof wil ik jullie niet onthouden. Een van de brinken in Odoorn waar in 1838 naast oude eiken 435 jonge eiken werden geplant. Het leek wel een bos. De meeste bomen zijn zo’n 190 jaar oud, de dikste zelfs al 230 jaar.


In dorpen als Odoorn loop je over paadjes die ergens naar verwijzen. Ik bedoel niet Bosweg of Zandpad, maar wel Schaapstreek waar de schaapherder met zijn schapen langs liep. Of het Papenveld, waarop de pastoor en de dominee (Papen) als boer in hun levensonderhoud moesten voorzien. En bijvoorbeeld de Dilweg. Een ‘dil’ is het laagst gelegen gedeelte in een dorp. Verwijzingen die het beeld van vroeger bewaren.
In het oudere gedeelte van Odoorn staan nog schitterende boerderijen en lopen we langs brinken. Gemeenschapsplaatsen bij onheil: verzamelen om elkaar hulp te bieden. Bij een brand bijvoorbeeld, blussen met water uit ‘de kuil’. Dit is het opslagbekken voor drinkwater voor vee, het schoonmaken van boerenwagens en dus voor bluswater. Nu is het een vijver: De Eendenkuil.

We zijn terug. Tijd voor een kopje koffie bij Bakker Joost en de spreuk van Confucius op de achterkant van het wandelboekje: ‘Waarheen je ook gaat, ga met heel je hart’. Wij doen dat wandelend wekelijks.

Geschreven door gastschrijver Gert Nonnekes (1956).
Geboren en getogen in Amsterdam. Samen met zijn vrouw is Gert in het prachtige bezit van drie zoons en zes kleinkinderen. Gert trekt er graag op uit in binnen- en buitenland en houdt van fotograferen.




